Maori's rule!

Vriendjes en vriendinnetjes,

elf dagen geleden dat ik nog iets heb laten horen van mezelf, een echt schande is het. Toen zat ik nog in Ozzieland, maar nu ben ik weer op en top Kiwi. Wat volgde, was ongeveer dit (volg maar op het kaartje):
* Napier; erg mooie art deco-gebouwen die werden opgetrokken in de jaren 30 toen een aardbeving het stadje grotendeels van de kaart veegde. Het weer was maar zozo, het hostel de moeite waard. Voor de rest niet veel te beleven.
* Gisborne; hier zette kapitein Cook voor het eerst voet aan wal in Kiwistan. Voor de rest geen ruk te beleven, belabberd hostel en idem weer. Cook moest zonder proviand en dus met lege handen vertrekken nadat hij na een eerste ontmoeting een paar Maori's had neergeknald en noemde het daarom Poverty Bay.
* Opotiki; alleen strand en dat is leuk als het weer mooi is, een van de twee dagen dus. Mooie wandeling gedaan. Bay of Plenty, maar het hele reisgedoe(en vooral het weer) op dat moment een beetje veel beu aan het worden. Dat is gelukkig veel beter geworden met het zonnetje:
* Rotorua; van de kust opnieuw richting binnenland richting. In het Maori betekent Rotorua wellicht 'stadje waar het altijd wat naar rotte eieren stinkt', want er is daar overal in en om de stad nogal wat geothermische activiteit te beleven: pruttelende modder, rokende zwavelgaten, geisers, nauurlijke heetwaterbaden. Heel toeristisch maar ongetwijfeld een van de hoogtepunten van de reis, niet enkel omwille van de zwaveltoestanden, maar ook omdat er een heel sterke Maori-aanwezigheid is en dat vertaalt zich in nogal wat dingen die de zwaar de moeite zijn. Foto's krijg je volgende week. Prima hostel met eigen heetwaterbad (puur natuur, dat kon je ruiken) onder de sterrenhemel en twee dagen prachtweer overdag en koude nachten.
* Coromandel schiereiland, heel mooi, vlak tegenover Auckland op het kaartje. Drie dagen wandelen en luieren, prachtig weer en gisteren in erg bijzonder hostel geslapen. Speciaal omdat ik in het Hippie House mocht slapen, een houten optrekje vol karakter achteraan de tuin helemaal voor mezelf. Foto volgt. Vandaag en morgen slaap ik bij de zus van de eigenares thuis, omdat het hele hostel is afgehuurd door een motorclub. Die zus stak vanmorgen al een dik dozijn oesters voor me open (jawel, gratis ende voor niets), van een stevig ontijt gesproken. Coromadel is dan ook hetr centrum van de oesters en mosselen hier.
Volgdende week trek ik helemaal naar het noorden van het noordeiland, naar Cape Reinga, en dan zit het er bijna op. Op 26/4 reis ik immers af naar Thailand voor twee weekjes strand. Dat en nog veel meer horen jullie volgende week.

Alles gaat hier nog steeds prima, dankjewel, en ik hoop van jullie toch een beetje hetzelfde.

Tot volgende week,

knufs van een moeflon.

Steve